Wat doe jij bij zwaailicht en sirene?

Hoe kun jij als weggebruiker bijdragen aan een veiliger Nederland? Door kalm en rustig te blijven en op de juiste manier te reageren als een voertuig met zwaailicht en sirene nadert.

Tips voor weggebruikers

Samen met de hulpdiensten kun jij als weggebruiker bijdragen aan een veiliger Nederland. Hoe? Door kalm en rustig te blijven en op de juiste manier te reageren als een voertuig met zwaailicht en sirene nadert. Breng daarbij het overige verkeer niet in gevaar.

Tip 1 Blijf kalm en rustig

Als je een voorrangsvoertuig opmerkt, blijf dan kalm en rustig.
Kijk eerst wat de mogelijkheden zijn en kies dan wat je gaat doen.

De bestuurders van voorrangsvoertuigen mogen van verkeersregels afwijken en verkeerstekens negeren, zoals het harder rijden dan de toegestane snelheid en het rijden door rood licht. Deze bestuurders zijn getraind om veilige keuzes te maken.

Het voorrangsvoertuig zoekt zo veel mogelijk zelf zijn weg. Je kunt ervan uitgaan dat de bestuurder ziet waar het voorrangsvoertuig er door kan.

Soms moet je dan in actie komen om het voorrangsvoertuig voor te laten gaan. Doe dit pas op het moment dat dat ook veilig kan. Als ruimte maken tot een onveilige situatie leidt, dan is het ook voor het voorrangsvoertuig veiliger om even te wachten.

  • Als een voorrangsvoertuig nadert, vervolg dan je weg met de toegestane snelheid, totdat je op een veilige manier ruimte kunt maken.
  • Als er een voorrangsvoertuig nadert en er is een rijstrook vrij, laat deze dan vrij voor het voorrangsvoertuig.
  • Als je op een rotonde rijdt, blijf de rotonde dan volgen, totdat het voorrangsvoertuig de rotonde heeft verlaten. 

Tip 2 Let op veiligheid en verkeersregels

Let altijd op de veiligheid en de verkeersregels als je een voorrangsvoertuig voor laat gaan.

  • Sta je voor een rood verkeerslicht, kijk dan eerst of het voorrangsvoertuig zelf zijn weg kan vinden. Kan het er niet langs, maak dan alleen ruimte als het veilig kan.
  • Als een voorrangsvoertuig wil passeren, blijf dan op de weg en houd zoveel mogelijk rechts.
  • Wees er altijd alert op dat er na het passeren van één voorrangsvoertuig meerdere kunnen volgen.

Tip 3 Wees alert in het verkeer

Wees in het algemeen alert in het verkeer.

Het is soms lastig een voorrangsvoertuig op tijd op te merken. Uit onderzoek blijkt dat het vaak voorkomt dat je het voorrangsvoertuig laat opmerkt als je rijdt met een wat hogere snelheid en het voorrangsvoertuig van achteren nadert. Je kunt het voorrangsvoertuig dan namelijk pas horen als het al vrij dichtbij is.

  • Kijk regelmatig in je spiegels, want dan zie je een voorrangsvoertuig eerder.
  • Als je stilstaat is het soms lastig om ruimte te maken voor een voorrangsvoertuig. Zorg er daarom voor dat je altijd voldoende ruimte aanhoudt tot je voorganger.
  • Als je stil gaat staan, zorg dan dat je de achterbanden van je voorganger nog kunt zien, zodat er ruimte is om plaats te maken voor een voorrangsvoertuig.

Meer interessante informatie over voorrangsvoertuigen 

Kijk hiervoor op de website van de ANWB.


Filmpjes met bestuurders van voorrangsvoertuigen over het rijden met zwaailicht en sirene

Bestuurder brandweervoertuig over het rijden met zwaailicht en sirene.

Bestuurder politievoertuig over het rijden met zwaailicht en sirene.

Bestuurder ambulancevoertuig over het rijden met zwaailicht en sirene.

Over de campagne Wat doe jij bij zwaailicht en sirene?

De campagne Wat doe jij bij zwaailicht en sirene? is in 2015 ontwikkeld door het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Oost-Nederland samen met het IFV (voorloper NIPV) en regionale veiligheidspartners in Gelderland en Overijssel. De hoofdboodschap van de campagne is: blijf kalm en reageer rustig. De campagne heeft een praktische insteek: het gewenste gedrag laten zien staat centraal.

Gerelateerde onderwerpen

Heeft u een vraag over dit onderwerp?

Neem contact met ons op via dit formulier. Uw gegevens worden alleen gebruikt voor correspondentiedoeleinden.

Velden gemarkeerd met * zijn verplicht

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.